11 04 2018
 
 In 2009 begon de Europese Unie met het zogenaamde ‘uitfaseren’ van  inefficiënte lampen ten voordele van energiezuiniger alternatieven. Ruim  130 jaar bestond de klassieke gloeilamp in zijn huidige vorm maar een  wereldwijde nood om de CO2-uitstoot drastisch te verlagen leidde tot  deze keuze. 
In september 2018 kondigt zich de laatste stap aan van de ‘halogen  phase-out’. Maar wat zijn nu de gevolgen voor onze sector ? Zijn de  ontwikkelde alternatieven kwalitatief sterk genoeg om te doen wat ze  moeten doen en gaan we nu met grote snelheid richting ledificatie van  onze podia en expositieruimtes ? Hoe maak je goede keuzes ? En ontstaan  nieuwe creatieve mogelijkheden ? Op al deze vragen probeert de STEPP-Contactdag “Watt na de gloeilamp?” op dinsdag 12 juni in het Concertgebouw in Brugge een antwoord te bieden. 
Aan het programma wordt nog volop gewerkt maar het blijft de gekende  vorm: boeiende sprekers met een inspirerende lezing, een rondleiding  achter de schermen van het ontvangend huis om ook eens te zien hoe ze  het doen op een ander, en daarnaast veel ruimte voor gesprek, intervisie  en netwerken met collega’s en leveranciers, van bij de koffie tot en  met de ‘One for the road’. 
De keynote-speaker van de dag is Henk Van der Geest. Henk van der  Geest is lichtontwerper en heeft sinds 1981 voor vele producties in  Nederland en België het lichtplan ontworpen. Naast zijn werk in het  theater heeft hij zich gericht op werk in musea en binnenruimten. De  combinatie van licht voor theater en architectuur heeft elkaar sterk  beïnvloed: in eerste instantie natuurlijk zijn ervaring met de theatrale  aanpak bij voorstellingen welke hij heeft toegepast in de architectuur,  maar ook terug in het theater heeft de invloed van de ervaringen in de  architectuur zijn sporen achtergelaten. Daarnaast stond Henk Van der  Geest mee aan de wieg van het Instituut Lichtontwerpen en is o.m. lid van de OISTAT-Commisie Light Design. 
In zijn carrière heeft hij vele vernieuwingen meegemaakt: de  ontwikkeling van computersturingen, de introductie van DMX, bewegende  schijnwerpers etc. maar ook de gloeilamp die verdrongen werd door  halogeen. Inmiddels heeft een revolutie plaatsgevonden door de opkomst  van led die ingezet wordt als energiebesparing maar ook als vervanging  van alle andere lichtbronnen. En daar is hij zeer kritisch op.  
Door zijn werk in musea en als consultant bij de vernieuwing van  lichtinstallaties die toegepast worden op kunst heeft hij heel veel  geleerd over de specificaties van lichtbronnen. Want gekleurde leds  toepassen in het theater als toevoeging aan de huidige inventaris is één  ding, het compleet vervangen van alle halogeen en gasontlading is iets  heel anders. Door het bezoeken van symposia en congressen, door er heel  veel met collega’s over te spreken, door eigen ervaringen te analyseren  heeft hij kennis ontwikkeld waar leveranciers van apparatuur vaak niet  eens over beschikken. 
Met zijn kritische blik hoopt hij vooral de specificaties van het  nieuwe licht te verbeteren maar ook de mensen die het kopen en die ermee  moeten werken bewust te maken van de aspecten die tot gevolg kunnen  hebben dat het niet lukt om hetzelfde of beter licht te maken. In het  theater worden effecten juist nagestreefd, je moet wel weten hoe ze tot  stand komen om ze te kunnen herhalen.  
Zo zijn er verschillende merken met meerdere kleuren leds in omloop.  RGB, RGBW, 5-kleuren, 7-kleuren. Hoe kan het dat met zoveel kleur die  ene specifieke tint niet meer gemaakt kan worden? Dat is een probleem  bij de overschakeling naar alleen led. 
En dan praat hij nog niet eens over het licht op kunst dat enerzijds  niet tegen de conserveringvoorwaarden in moet gaan en aan de andere kant  die kunst zonder filter of beïnvloeding moet laten zien. En dat het  blauw-aandeel in het ledlicht ons bij toepassing thuis uit de slaap  houdt, als onze telefoons en computers dat al niet doen. 
Één ding is zeker: Henk neemt je mee tot in de diepte van het onderwerp. Niet te missen ! 
  
Praktisch: 
  |